#1 Budget
- Jij denkt: yes, eindelijk vakantie, hier heb ik het hele jaar voor gewerkt. Ik heb zin om het geld over de balk te smijten.
- De ander denkt: lekker om van de vakantie te genieten, maar ik wil me wel aan mijn budget houden. Ik ga niet al mijn zuurverdiende centen in één week uitgeven.
What to do?
Ga nou niet bij ieder restaurant lopen steggelen over wel of geen 5-gangenmenu. Merk je op dat jullie verschillende opvattingen hebben, heb dan een gesprek over hoe dit aan te pakken. Maak het concreet. Hoeveel wil jij uitgeven per dag? En hoeveel de ander? In dit geval zullen jullie beiden wat water bij de wijn moeten doen.
#2 Programma
- Jij denkt: hele dagen op pad om leuke dingen te doen! Kerkjes, dorpjes, stranden, bergwandeling, you name it!
- De ander denkt: uitslapen, handdoek op het strand leggen, boek lezen en bakken maar!
What to do?
Onderzoek wat de ander leuk vindt om te doen. Hoe kunnen jullie ervoor zorgen dat het zowel een actieve als een chill-vakantie wordt? Moeten jullie wel alles samen doen? Misschien kan de één de gondel pakken en met een boek boven gaan zitten, terwijl de ander 3 uur naar boven loopt. Om elkaar te treffen op de top met een heerlijk drankje.
#3 Hygiëne
- Jij denkt: Heel fijn om de hotelkamer een beetje op orde te houden, ik kan niet relaxen als het een bende is.
- De ander denkt: we zijn hier maar een week, dus het heeft weinig zin om mijn kleren netjes op te vouwen. Laat de boel lekker de boel!
What to do?
Bespreek wat je van de ander echt niet acceptabel vindt. Vieze sokken overal? Geef concreet en helder aan wat je anders wil zien.
Wel doen: ‘ik zou het heel fijn vinden als je je vuile was niet op de grond laat liggen, maar allemaal in de lege koffer gooit.’
Niet doen: ‘je bent ook zo slordig. Ruim nou eens je zooi op!’
En daarnaast moet je wellicht ook accepteren dat iedereen andere normen heeft op dit vlak.
#4 Met z’n allen in één hut
- Jij denkt: gezellig met het gezin op vakantie. Spelletjes spelen, quality time, helemaal zin in.
- Jouw kinderen denken: yes, vakantie, lekker mijn broer en zus het leven zuur maken.
What to do?
Op vakantie zit je nu eenmaal meer bij elkaar op de lip. Bedenk voor jezelf wat jouw manier is hoe je omgaat met deze irritaties. Misschien kan je met je partner verdelen dat jullie om en om scheidsrechter spelen. En dat de ander dan even afstand kan nemen. Wat is jouw escape: even wandelen buiten de camper?
Conclusie: bespreek verwachtingen en spreek je uit
Je kan een hoop irritaties en stress voorkomen door vóór aanvang van de vakantie een goed gesprek te voeren. Vraag aan de ander wat diegene verwacht, wat hij of zij leuk vindt om te doen en wat niet, waar de rode knoppen zitten. Mocht dat niet helpen en gaat het toch mis op vakantie? Spreek dan je irritaties op tijd uit en doe soms wat water bij de wijn. ’t Is immers vakantie!