Stap 1. Bereid je gesprek voor
Het is niet altijd makkelijk om iemands gedrag of de samenwerking aan te kaarten. Schrijf op welk gedrag je observeert en wat het effect op jou is. Je kan ook opschrijven hoe je het graag anders zou zien.
Stap 2. Bespreek het gedrag of jullie samenwerking
- Draai er niet omheen
Benoem dat je het over jullie samenwerking wilt hebben. Onthul aan de ander dat je ergens tegenaan loopt, deel ook eventueel dat je het lastig vindt om dit bespreekbaar te maken. - Vertel daarna waar je tegenaan loopt
Hoe concreter je het gedrag van de ander beschrijft, hoe beter. Benoem ook dat dit je vaker opgevallen is in gesprekken en gebruik een voorbeeld: ‘’Gisteren tijdens onze meeting viel het me op dat je heel veel details deelde.’’ - Deel dan wat je ervan vindt of wat het effect op jou is
“Ik merk dat ik het daardoor lastig vind om de kernboodschap eruit te halen.’’ - Laat de voorgaande boodschap even landen bij de ander
Het helpt als je dan zegt hoe je het anders wil zien: ‘’Ik zou het op prijs stellen als je de volgende keer kort en bondig je boodschap overbrengt.’’
Stap 3. Geef ruimte aan de ander
Onderzoek of je collega het gedrag herkent, of wat maakt dat hij of zij dat doet. Stel vragen en sta open voor de antwoorden. Misschien doet deze persoon het helemaal niet bewust. Of voelt zich niet gehoord, of vindt het juist spannend om input te leveren. Vraag hoe diegene de situatie ziet en wat hij of zij nodig heeft: misschien kun jij ergens in faciliteren.
Een positieve uitkomst
Tot slot: val in het gesprek niet steeds terug op het ‘negatieve gedrag’, maar heb het juist over de oplossing en jullie samenwerking richting de toekomst. Aan het einde van het gesprek kom je tot een gezamenlijke oplossing of afspraak waar jullie je beiden in kunnen vinden. Zo is de lucht weer geklaard!